Friday, December 10, 2004

Het grootste sieraad van de ouderdom, is gezag te hebben


Voetbal is al een oude liefde. De eerste herinneringen aan het spelletje dateren van voor de WK finale 1966. Net als mijn ouders vond ik het saai en begreep niet waarom mensen zo opgewonden konden doen over dat geren. Tot die finale. Ik was uitgenodigd bij een vriendje met een televisie en zo bekeek ik voor het eerst in gezelschap van liefhebbers het spel. De finale ging tussen Engeland en Duitsland en natuurlijk waren we allemaal voor Engeland. Ik herinner me die middag als opwindend, heet, met als apotheose een geluksroes: we hadden gewonnen! Sinds die dag ben ik voetbal anders gaan bekijken, intensiever, betrokken, met als hoogtepunten de Europacups van Feyenoord en Ajax en als dieptepunt de verloren finale van 1974. Toch nog die Duitsers! Ik wendde me af naar voor mij toen belangrijker zaken en werd vervolgens getrakteerd op de voetbalmiddeleeuwen van eind jaren zeventig/begin jaren tachtig. Met een nieuwe generatie mooie voetballers beleefde ik een renaissance. “Dit is een goed stel, hoor!”, de Hun verslagen en het kampioenschap door de grachten geleid. Bevrijding! Een nieuwe stimulans om mijn oude liefde voetbal toch vooral serieus te nemen. In die tijd ging ik zelf ook weer voetballen. Wat was er veel veranderd. Niks selectie, een zaterdagmiddagelftal inclusief alcoholkater met als hoogtepunt een wel heel aparte invulling van teamgeest: een voltallige defensie brakend in de bosjes terwijl de tegenstander scoort! Enfin, via de doornen naar de sterren. Manhaftig trainend om toch vooral weer in een echt elftal te mogen spelen kreeg ik ergens in negentig de kans om voor het vijfde te spelen. Met dit elftal leek enigszins serieus recreërend de ouderdom toch zo lang mogelijk van het bed te houden te zijn. Maar dan was er wel werk aan de winkel. Op een enkeling na een gezellig stel recreanten, dat vooral geleerd had wat verliezen is. Trainen was er niet bij, op zondagmiddag moest het gebeuren en dan was de kous af. Gelukkig kon ik met toen nog het vierde meetrainen zodat ik in ieder geval met enig balgevoel de zondagse oorwassing kon ingaan. In conditie blijven, beter worden bleef mijn concrete doelstelling, operationeel gemaakt in training en wedstrijd. Grappig, een van de minst ervaren voetballers (wat is de nationale sport van Azerbeidzjan eigenlijk?) zag ik ook trainen op donderdag. En ik zag hem ook beter worden. Om een lang verhaal kort te maken, gaandeweg verdween er een vierde en was er een nieuw vierde dat trainde. En ik probeerde bij te blijven. Geheel tot mijn verbazing bleek dat moeilijk te zijn. Een plotselinge terugval in conditie (vijftig voordat de vijftig bereikt is?) was dodelijk voor mijn voetbalkunsten. Mijn grote mond werd niet meer genomen en mijn inzicht werd betwijfeld. Hoe nu verder? Mijn conclusie luidde "daar waar sleet een gegeven is, doet de oude een stapje terug". Mij restte slechts me te koesteren in ‘s ouderdoms grootste sieraad, gezag. Wat jammer dat ik dat niet wat meer getraind heb.

Thursday, December 09, 2004

Wat deed Cees in ’63

Waar was u toen John F. Kennedy vermoord werd? Voor de meeste van ons een niet meer zo gemakkelijk te beantwoorden vraag, maar hoe anders is dit voor Cees Snel. Hem staan de gebeurtenissen noch haarscherp op het netvlies, alsof het allemaal gisteren gebeurde. Achter de zwijgzame Cees gaat meer schuil
dan de meeste van ons weten. Cees zelf wordt er niet zo graag meer aan herinnerd, maar hij was de bewuste dag in Dallas. Cees is van een generatie die niet praat maar doet en dat kon men destijds bij de CIA goed gebruiken. En die bewuste dag November 22, 1963 – een dag zwanger van verkiezingskoorts en samenzwering - was Cees - codenaam 'Mr. Quicky' - ingezet als verbindingsman on Elmstreet. Zijn wapen losjes in het borstholster en steeds radiocontact houdend met de centrale regie, stond hij als de casual voorbijganger de omgeving in de gaten te houden. “Oh, Hello Mr. Oswald” groette hij zijn buurman die hem verwezen aankeek en doorliep zonder iets te zeggen. “Zeker niet zo goed geslapen”, dacht Cees en wenste hem nog een “nice day” na. Daar gaf de radio door, dat de presidentiële stoet zijn checkpoint tot op 1 kilometer was genaderd. In de verte kon hij de open limousine al aan zien komen. Cees werd merkwaardig kalm. Hij voelde dat er iets ongelooflijks ging gebeuren, iets waar hij geen invloed op had maar dat zijn leven een definitieve wending zou geven. Het radiocontact viel uit of liever gezegd, ging over in een laagfrequente ruis en als in een droom zag Cees de stoet voorbij komen. Hij keek de president recht in het sympathieke gezicht. De president zwaaide relaxed naar de menigte en leek zich van geen gevaar bewust. Cees wilde ergens voor waarschuwen, maar zijn stem leek bevroren en zijn armen waren als verlamd. Zich verder aan zijn lotsbestemming overgevend en nu met kalme berusting zag hij de wagen van zich wegglijden. De schoten kwamen bijna als een verlossing. Cees zag in slowmotion hoe de president eerst voorover boog en dan achterover sloeg. Hij zag de presidentsvrouw op de achterplecht van de auto iets pakken en tegelijkertijd kwam er iets grijzigs en ronds met grote snelheid op hem af. In een reflex ving Cees de presidentiële hersenen op met de borst en stopte deze vervolgens losjes onder de rechtervoet, nog net voordat ze de stoeprand passeerden. “Out” brulde een man naast hem maar Cees wist: de buitenkant van de hersenen moeten de buitenkant van de stoeprand volledig gepasseerd zijn om van out te kunnen spreken. Het was hem volledig duidelijk; hij ging voetballen bij Sint Maarten!

Wednesday, December 08, 2004

De crisis in Nederland en het conservatieve antwoord

Staan we voor een erop of eronder keuze in Nederland??
Zijn links-liberalen de schuld van bijna alles De conservatieven van de Edmund Burkestichting weten het en staan klaar om de revolutie van de jaren zestig van de vorige eeuw de genadeslag te geven. Hier is een samenvatting van de politieke concretisering van hun ideologie.

Conservatief Manifest Edmund Burkestichting

Volgens de conservatieven heeft het westers denken Nederland een zeer hoog niveau van beschaving gebracht. Het door de eeuwen heen verbeteren van Griekse-Romeinse en Joods-Christelijke tradities heeft behalve de kunst, literatuur en natuurwetenschap ook een groot aantal sociale verworvenheden voortgebracht. Toch is Nederland in een crisis geraakt, die kan uitmonden in etnische onlusten en ongecontroleerde gewelddadigheid. De conservatieven bieden hun ideologie aan om de crisis het hoofd te bieden. Hierbij wijzen ze op fouten die in de afgelopen eeuwen in het westers denken zijn geslopen en keren zich tegen stromingen, die ze als oorzaak van de problemen zien. Deze problemen dienen in samenhang beschouwd te worden en kunnen niet los gezien worden van een filosofisch verval dat zich heeft voorgedaan met het verlies van kennis van de eigen intellectuele tradities. Hieronder worden de problemen beschreven, en wordt de conservatieve politieke stellingname weergegeven.

Waardenrelativisme, multiculturalisme, politieke correctheid, naïef mensbeeld
Waardenrelativisme is het idee dat de waarheid niet bestaat, hiermee aan iedere cultuur dezelfde waarde toekennend, ook wel cultuurrelativisme. Conservatieven stellen dat er meer dan alleen esthetische verschillen tussen culturen zijn en dat een cultuur wel degelijk superieur kan zijn ten opzichte van een andere. Zo is kannibalisme is geen kwestie van smaak, maar een inferieur cultuurkenmerk. Conservatieven keren zich tegen multiculturalisme, waarbij inferieure niet-westerse waarden/normen stelsels de superieur westerse cultuur negatief beïnvloeden.

Politieke correctheid is volgens de conservatieven een politieke hebbelijkheid, waarbij alleen volgens afgesproken ongeschreven wetten een probleem benaderd mag worden. Het maakt een zinnig debat over bijvoorbeeld integratieproblematiek onmogelijk, doordat het een kritische houding ten opzichte van niet-westerse immigranten vrij snel van pejoratieve predikaten als ‘bevooroordeeld’, ‘discriminatoir’, ‘racistisch’ voorziet.

De conservatieven keren zich vooral tegen het links-liberalen denken dat met zijn waardenrelativisme, multiculturalisme en politieke correctheid voor een groot deel verantwoordelijk gehouden kan worden voor de huidige problematiek.

Het conservatisme keert zich tegen het tijdens Verlichting en Romantiek gevormd naïef mensbeeld, waarin de mens geneigd zou zijn tot het goede. Dit idee kan na de 20e eeuw met zijn Nazisme, Stalinisme en Maoïsme niet meer volgehouden worden. Menselijke zwakheden maken dat niet geverifieerd vertrouwen leidt tot misbruik van voorzieningen.

Falende politieke en maatschappelijke elite
Volgens de conservatieven vertoont Nederland oligarchische trekken. Een nauw verweven wereldje van gevestigde politieke partijen, ambtenarij, delen van de journalistiek en netwerken in het bedrijfsleven maken de dienst uit in Nederland. Een belangrijk deel van de macht ligt bij de partijen en binnen die partijen bij de kleine groep zichzelf selecterende leiders. De zelfselectie maakt dat het slecht gesteld met de democratische controle over de macht. Een bijkomend probleem, is het stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Dit heeft een coalitienoodzaak tot gevolg, waardoor in het beleid van de coalitieregering maar een deel van het partijprogramma van de partij waarop gestemd teruggevonden wordt. Een en ander veroorzaakt een afstand tussen bevolking en gevoerd beleid.

Als oplossing zien de conservatieven een restauratie van het Nederlands kiesstelsel naar een combinatie van meerderheidstelsel en districtenstelsel. Districtsafgevaardigden worden op persoonlijke titel naar de Tweede Kamer afgevaardigd, waarmee de kloof tussen politiek en kiezer kleiner wordt. Het meerderheidsstelsel, waarbij alleen de kandidaat met het hoogst aantal stemmen gekozen wordt, maakt het aantal partijen in de kamer klein, waarmee vanzelf een links-liberaal en rechts-conservatief blok zal ontstaan. Hiermee wordt meer verband tussen verkiezingsuitslag en regeringsbeleid bereikt. De minister-president moet rechtstreeks door de bevolking worden gekozen.

Het ontwerp ‘Europese grondwet’ geeft aan dat de Europese Unie zich als politieke eenheid wil ontwikkelen. De conservatieven vinden dat de Nederlandse soevereiniteit, voorwaarde voor een gezonde liberale democratie, verkwanseld wordt. Verder vinden de conservatieven het kwalijk dat, in het fundamentele debat hierover, de Nederlandse bevolking geen inbreng heeft.

Te grote inefficiënte publieke sector
De verzorgingstaat heeft slappe burgers, met een laag verantwoordelijkheidsgevoel gecreëerd. De staat moet inkrimpen en zich in hoofdzaak met de buitenlandse veiligheid (defensie), de binnenlandse veiligheid (politie) en de handhaving wetten door middel van justitieel systeem bezighouden. In deze kernactiviteiten dienen de investeringen verhoogd te worden.

De verzorgingsstaat moet gefaseerd afgebroken worden. Uitkeringen moeten soberder, ze moeten voor een bepaalde tijd worden toegekend en er moet een tegenprestatie geleverd worden. De koppeling aan het minimumloon moet losgelaten worden. Er moet geen minimumloon zijn, het ontslagrecht moet worden versoepeld. De overheidsomvang moet van 50% BBP naar 20% BBP. De door de terugtredende overheid toegenomen kosten voor de bevolking worden opgevangen door belastingverlaging.

Toename criminaliteit
De criminaliteit neemt toe. Het aantal moorden sinds 1900 met 1200% toegenomen. Conservatieven willen weg van links-liberale oplossingen van rehabilitatie en armoedebestrijding. Nederland heeft een sterker politieapparaat nodig, moet strenger straffen en moet zijn gevangenissen versoberen. Nederland heeft een ‘zero tolerance’ beleid zoals New-York nodig. Verder dient er meer aandacht te zijn voor het traditionele serieuze huwelijk. Kinderen uit gebroken gezinnen en een-ouder-gezinnen hebben een disproportioneel aandeel in de criminaliteit.

Etnische spanningen
Volgens de conservatieven is links-liberaal multiculturalisme failliet. In de oude wijken van de grote steden zijn hiervan voorbeelden te vinden. Conservatieven geloven dat de spanningen tussen moslims en niet-moslims bij ongewijzigd beleid onverwachts snel tot conflicten zouden kunnen leiden, waarbij oncontroleerbaar geweld niet kan worden uitgesloten. Uit het disproportioneel aantal niet-westerse immigranten in detentie blijkt dat criminaliteit voor een aanzienlijk deel is geïmporteerd. Conservatieven vinden dat er te veel vreemdelingen uit achtergebleven gebieden zijn toegelaten.

Moslims vormen volgens de conservatieven een apart aandachtsgebied. Zij baseren zich onder meer op een studie van Samuel P. Huntington, The Clash of Civilizations and the Remaking of World Order (1997). Huntington, hoogleraar internationale betrekkingen aan Harvard University, toont aan hoe de conflictlijnen in de 21ste eeuw zullen lopen tussen de verschillende culturen, en argumenteert ook dat vooral de conflicten tussen de Islam en aan haar grenzende culturen bloederig zullen zijn. Prof. Huntington trekt de logische conclusie dat vooral islamitische immigratie ten koste van alles voorkomen moet worden en dat het Westen een culturele renaissance nodig heeft.

Conservatieven onderschrijven deze visie en willen het aantal moslims in Nederland beperkt houden. Om immigratie tegen te gaan worden, geen economische vluchtelingen nog toegelaten, en worden alleen nog politieke vluchtelingen toegelaten, die niet in de regio van herkomst kunnen worden opgevangen. Remigratie moet gestimuleerd worden. Verdragen die deze maatregelen tegengaan, moeten volgens de conservatieven opgezegd worden. Er zullen ondanks verscherpte toelating en remigratie ongeveer een miljoen niet-westerse buitenlanders in Nederland zijn. Nederlanders moeten zich bewust worden van de waarde van hun eigen cultuur, terwijl buitenlanders zich aan de Nederlandse cultuur moeten aanpassen.

Verval van het onderwijs
Het Nederlandse onderwijs moet haar taak in de overdracht van beschavingskennis weer vervullen. Onderwijs kan voor de cognitieve elite niet elitair genoeg zijn. Voor de toekomstige handwerksman dient het beperkt te blijven tot dat wat men in zijn praktijk zal tegenkomen.

Verveling

Het voert mij terug naar de tijd die ik als haveloze, op God weet welke verdoemde plaatsen doorbracht.
Ik had mijn wat zonderlinge dichtbundel uitgegeven gekregen en beschouwde mezelf als bewezen kunstenaar. Ik keek er dan ook niet van op toen ik, via mijn uitgever, een uitnodiging kreeg om een voordracht te houden op 'De nacht van de poëzie'. Hunkerend naar succes en roem maakten mijn uitgever en ik de afspraak om samen het festival te bezoeken.
Dat deden wij.
Verdoofd door pillen en drank had ik geen angst om het podium te betreden toen ik ergens halverwege het festival, diep in de nacht mezelf aangekondigd hoorde. Onvast beklom ik een soort schavot, waar vanaf ik mijn poëzie op een duidelijk slaperig publiek los moest laten. Het enig schriftuur dat ik na een lange gang langs artiestenbars over had was nogal leeg. "Dood, dood, ik wil dood" luidde het eerste gedicht. Ik schrok, "hiermee krijg ik de zaal niet plat". Ik bladerde verder en trof wat onsamenhangende tekst en slordige tekeningen aan. Het duurde te lang, de zaal werd onrustig. Om tijd te winnen besloot ik te improviseren. Er schoot me een openingszin te binnen: "Leven als een zandkorrel in een betonmolen" sprak ik op gedempte toon, de zaal strak aankijkend. Het werd stiller. "Leven als een zandkorrel in een betonmolen", wat harder nu, en nog vervaarlijker kijkend. Ik had nu de aandacht. Onverwacht schreeuwde ik, enkele malen na elkaar, "LEVEN ALS EEN ZANDKORREL IN EEN BETONMOLEN". De zaal reageerde gegeneerd. Na een korte stilte liet ik nogmaals, bijna brullend, mijn zin door de zaal gaan. Nu werd er wat gelachen en geklapt. Ik werkte mij op tot een staat van hysterie waarin ik, als werd ik hevig gekweld, over het podium rollend de zin herhaalde en herhaalde. Het werd een doorslaand succes. Terwijl ik mij, schreeuwende mijn zin en ondertussen vloekend en tierend door mijn uitgever liet afvoeren, ervoer ik een moment van geluk, luisterend naar een uitgelaten zaal die om meer riep.
Er was niet meer.
Jarenlang zocht ik vruchteloos op ieder jeugdpodium van Vlaanderen naar mijn vluchtig moment van glorie. Uiteindelijk, het zoeken moe, begreep ik dat mijn succes niet mijn onvervreemdbaar, herleefbaar eigendom was, maar slechts een kortstondige triomf op de verveling van het moment.