Tuesday, July 05, 2005

Generaties

Mijn grootvader was een godvrezend man uit een gereformeerde familie die via de kerkregisters tot in 1540 terug te vinden is. Zijn oudste zoon, mijn vader, ging naar de theologische hogeschool in Kampen om dominee te worden.
Hoewel mijn vader graag zijn vader tot eer was, viel hij juist in deze omgeving van zijn geloof. Hij las veel en begreep veel en kon het geloof zoals het hem gepresenteerd werd niet meer verantwoorden. Hij noemde zich voortaan agnost en Darwinist. "Wat zijn we, waar komen we vandaan, waar gaan we heen" waren vragen die hij zich wel stelde, maar waar hij het antwoord in meest essentiële zin open liet.
Mijn opa schrok maar had het beste met hem voor. Mijn vader mocht medicijnen gaan studeren. Men verwacht natuurlijk nu een happy end maar helaas was de werkelijkheid iets weerbarstiger.
Mijn vader was nogal een luie student, die er een beetje de kantjes van af liep - hoewel hij de studie ongetwijfeld tot een goed einde gebracht zou hebben, zo ken ik hem wel - maar mijn opa was het een ergernis, deze jongen zo weinig serieus bezig te zien; matige studieprestaties, een vriendinnetje en geen trouw kerkganger meer.
Dit leidde tot een uitbarsting, mijn opa eiste dat mijn vader de kerk zou bezoeken, mijn vader weigerde. Hij vond het beter dat hij 's zondags met zijn vriendinnetje wandelde. Daarop besloot mijn opa de studie van mijn vader niet meer te betalen.
Mijn vader, zonder inkomsten nu, nam een baantje aan als boekhouder bij de Demka in Utrecht - hij had mijn moeder, zijn vriendinnetje, net geholpen met haar boekhouden en dacht "welja nou ik dat ook kan dan kan ik er maar beter geld mee gaan verdienen". Kinderen werden geboren, mijn vader redde zich wel, ook zonder zijn vaders steun. Later ging hij biologie gaan studeren, had de wind mee in Nederlands wederopbouw en welvaren en alles kwam goed. Niet dat boekhouder niet tot eer strekt, maar goed, bioloog dat gaf hem toch een intellectuele status, en daar was hij gevoelig voor geworden.
Wel was mijn vader redelijk fanatiek antireligieus geworden. Ontkende bijvoorbeeld 'de hemel', hij zag geen evolutionair voordeel. Mij had had hij ondertussen als een onbeschreven blad opgevoed, kennelijk; ik stond neutraal ten opzichte van religie.
Mijn houding ten opzichte van bijvoorbeeld de hemel bleek ook volkomen neutraal toen ik nog eens nadacht over zijn argument voor de ontkenning van de hemel en zijn andere standpunt, "als het afgelopen is, is het echt afgelopen, de ziel is een maaksel van de hersenen, kan gelokaliseerd worden, heeft een materiële basis".
Zijn argumenten kwamen me nogal kras en zelfs wat onwetenschappelijk over, het is wat mij betreft een goede gewoonte om niet te praten over de dingen die we niet kunnen bewijzen. Ik zag er een overblijfsel in van zijn vroegere worsteling.
Mijn vader heeft later zijn vader niet meer kwalijk genomen dat ze zo verschilden. Ik nam mijn vader niet kwalijk dat wij weer zo anders waren.
Misschien had mijn opa gelijk en moeten wij God vrezen. Misschien had mijn vader gelijk, misschien is er niets zonder materiële basis. Misschien heb ik gelijk, en snappen we er gewoon nog niet veel van.
Mijn vader is rustig dood gegaan. En hij zit in mij zoals zijn vader in hem zat.

No comments: